Ergonomisch dragen

Waarom zou je als ouder je baby dragen met een draagdoek of draagzak? Hieronder leg ik uit dat het dragen van je baby heel natuurlijk is en allerlei positieve effecten heeft op je kind. Er zijn veel verschillende draagsystemen waarmee je je kind ergonomisch en veilig kunt dragen.

Waarom dragen?

Dragen is natuurlijk

Mensen zijn biologisch gezien draaglingen. Baby’s van draaglingen worden hulpeloos geboren en worden door de ouders gedragen. Ze kunnen zich niet zelf voortbewegen en ze hebben hun moeder nodig voor warmte, voeding en bescherming. Wanneer baby’s worden gedragen dan voelen ze zich veilig, omdat deze basisbehoeften worden vervult.

Een mensenbaby heeft een aantal reflexen die erop wijzen dat het van nature gedragen wil worden. Baby’s begrijpen de eerste maanden nog niet dat wanneer ze iets niet zien, het blijft bestaan. Wanneer ze hun moeder niet zien, dan weten ze (nog) niet dat ze er wel is en weer zal terugkomen. Wanneer een baby alleen wordt gelaten zal het in een reflex gaan huilen om ervoor te zorgen dat de verzorger weer terugkomt (contacthuilen). Wanneer de verzorger dichtbij komt, trekt de baby zijn beentjes op en spreid ze (draagreflex). Hiermee bereidt de baby zijn lichaam voor om op de heup gedragen te worden. Wanneer een baby schrikt slaat het zijn armen en benen uit (Moro-reflex), daarna probeert hij zich aan zijn moeder vast te klampen (grijpreflex).

Het babylichaam is erop gebouwd om gedragen te worden. De voetzolen van een pasgeboren baby zijn naar elkaar toegekeerd. Daarnaast heeft een pasgeboren baby O-benen. Deze stand van de voeten en benen zorgt ervoor dat ze zich kunnen vastklemmen aan hun verzorger. Ook de heupen en de rug van een baby zijn gebouwd voor het dragen en niet om te liggen. De heupgewrichten zijn naar voren georiënteerd. Wanneer een baby op een harde onderlaag wordt gelegd vallen de beentjes normaal gesproken iets naar buiten en zullen het heupgewricht en de knieën gebogen blijven. Dragen (met ergonomisch draagsysteem) ondersteunt de natuurlijke kromming van de rug en de naar voren gekantelde houding van de heupen.

Dragen bevordert de hechting

Dragen bevordert de hechting tussen verzorger en kind. Lichamelijk contact zorgt ervoor dat het hormoon oxytocine wordt aangemaakt. Oxytocine speelt een belangrijke rol bij hechting en het ervaren van plezier. Ook bevordert oxytocine de toeschietreflex bij borstvoeding. Dragen zorgt ervoor dat er snel kan worden ingespeeld op behoeften van de baby. De eerste signalen van honger of ander ongemak worden sneller opgemerkt als het kindje wordt gedragen. Dit draagt er ook aan bij dat het kind het vertrouwen ontwikkeld dat er tegemoet wordt gekomen aan zijn behoeften.

Dragen stimuleert de zintuigen

Wanneer een baby wordt gedragen worden al zijn zintuigen gestimuleerd. Een baby die gedragen wordt ziet meer dan wanneer het op zijn rug ligt in een kinderwagen. Het kind kijkt met je mee de wereld in, ruikt je vertrouwde lichaamsgeur en hoort je stem en je hartslag. Doordat het kind met je mee beweegt wordt ook zijn evenwichtsorgaan gestimuleerd en krijgt het op die manier informatie over beweging en balans.

Dragen helpt bij het reguleren van lichaamsfuncties

Huid op huid contact zorgt er tevens voor dat je je baby helpt zijn lichaam op temperatuur te houden. En wanneer een baby wordt gedragen wordt hij rustiger en zie je vaak dat de ademhaling en hartslag stabiliseert. Ook zorgt de beweging en de houding tijdens het dragen voor een betere doorbloeding en spijsvertering, en kan het daarmee verlichting bieden bij krampjes en reflux.

Dragen is handig

Naast dat dragen heel natuurlijk en fijn is en positieve gevolgen heeft voor je kind, is dragen is vooral ook erg praktisch voor jezelf. Wanneer je baby bij je in de doek of drager zit heb je je handen vrij voor de dagelijkse bezigheden. Op sommige momenten en plekken (op het strand, de markt, de trap op) is een drager een stuk handiger dan een kinderwagen. Daarnaast neem je een doek of drager gemakkelijk mee in je tas. Wanneer je meer kinderen wilt vervoeren kan een combinatie van een drager en een wandelwagen of buggy een uitkomst bieden.

Ergonomische draagsystemen

Er zijn verschillende draagsystemen waarmee je je kindje ergonomisch kunt dragen: een rekbare of geweven draagdoek, een ringsling of een ergonomische draagzak.

De term ‘ergonomisch’ is helaas niet beschermd. Er zijn veel draagzakken op de markt waarvan de fabrikant aangeeft dat ze ergonomisch te zijn, maar die niet worden geadviseerd door draagconsulenten. Hoe herken je een ergonomische draagzak? Een ergonomische draagzak ondersteunt de natuurlijke houding van het kindje. De knieën moeten iets hoger dan de billen (navelhoogte) en in een M-houding (kikkerhouding) kunnen komen. Het ruggetje komt door deze spreid-hurkhouding in een mooie natuurlijke kromming.

Een ergonomische drager ondersteunt van knie tot knie en maakt de spreid-hurkhouding mogelijk. Een ergonomische drager heeft een soepele stof die zich voegt om de rug van het kind. De drager geeft goede ondersteuning, maar maakt ook de ronde houding van de rug mogelijk. Een drager met een verhard rugpand voldoet niet aan deze kenmerken. Een ergonomische drager zorgt er tevens voor dat het gewicht van het kind gelijkmatig over het lichaam van de drager wordt verdeeld.

Veilig dragen

Een aantal dingen zijn van belang wanneer je je kindje gaat dragen met een draagdoek of drager: aanspannen, een houding, lichaamstemperatuur, luchttoevoer, en de draaghouding.

Goed aanspannen

Het is van belang dat de draagdoek of drager goed is aangespannen. Je kindje moet goed door de drager gedragen en ondersteund worden en niet in elkaar kunnen zakken. Dit kun je op een paar manieren controleren. Wanneer je met je hand tussen de schouderbladen van het kindje drukt, moet je niet het gevoel hebben je kindje nog dichter tegen je aankomt en er lossigheid ontstaat bij de doek of drager. En wanneer je voorzichtig voorover bukt, moet je kindje dicht tegen je lichaam aan blijven en niet van je lichaam afkomen. Er moeten tussen de kin en de borst van je kindje ongeveer 2 vingers passen. Als het je moeite hebt met het goed aanspannen van je doek of drager, boek dan een consult of kom een keer langs bij een draaginloop.

Spreid-hurk houding

In de spreid-hurk houding is de rug licht gebogen en zijn de heupgewrichten naar voren georiënteerd en kunnen beentjes ontspannen naar beneden hangen. De knietjes zijn iets hoger dan de billen van de baby (ongeveer op navelhoogte). Deze houding respecteert de natuurlijke houding van het babylichaam en ondersteund een gezonde ontwikkeling van de heupen.

Lichaamstemperatuur

Hou bij het dragen goed de temperatuur van je kindje in de gaten. Het kind mag het niet te warm, maar ook niet te koud krijgen. Trek je kind ongeveer net zoveel lagen aan als je zelf aan zou trekken. De draagdoek telt ook mee als laag. Als je bij koud weer naar buiten gaat, zorg er dan voor dat de handjes en voetjes niet te koud worden. Als je je kindje onder jouw (draag-)jas draagt, dan hoeft het geen eigen jas aan. Een vestje en een muts zijn dan voldoende. En let bij warm en zonnig weer op voor verbranding. Bij erg warm weer (meer dan 30 graden) wordt het afgeraden om te dragen.

Luchttoevoer

Let erop dat je kind altijd voldoende luchttoevoer heeft en er geen stof van je sjaal, jas of draagdoek de luchttoevoer beperkt. Zorg er dus voor dat de mond en de neus van je baby altijd vrij zijn. Wanneer je je baby borstvoeding geeft in de doek of drager, let dan ten alle tijde op je kindje en ga niet ondertussen iets anders doen.

Advieshoogte

De afbeelding hieronder laat zien tot welke hoogte de draagdoek of drager ondersteuning zou moeten bieden. De stippellijn geeft de advieshoogte van de drager of doek aan. Zoals de afbeelding laat zien is de advieshoogte bij een een pasgeboren baby hoger dan bij een peuter die zelfstandig tot zit kan komen.

Bronnen

  • Hassenstein, B. & Kirkilionis, E. (1992) Der menschliche Säugling – Nesthocker, Nestflüchter oder Tragling? Wissenschaft und Fortschritt. Zeitschrift für interdisziplinäres Denken, 42 (1), 24-28.
  • Höwer, U. (2016). Handboek voor draagconsulenten. Dresden: Die Trageschule.
  • Uvnäs Moberg, K. (2003). The Oxytocin Factor: Tapping the hormone of calm, love and healing. Verenigde Staten: Da Capo Press.